Shabbat Shalom!
Welkom bij Vayetzei / En Hij Verliet
- de Profetische lezing van deze week.
Profetie 2, 83, 118;
Genesis 28: 10-32: 2
Hosea Hoofdstuk 12
Johannes Hoofdstuk 1
Hosea hoofdstuk 12
12
13 Jakob vluchtte naar het gebied van Syrië, Israël diende om een vrouw en om
een vrouw hoedde hij vee.
14 Door een profeet heeft YAHUVEH Israël echter uit Egypte geleid en door een
profeet werd het gehoed.
15 Efraïm echter heeft Hem tot zeer bittere toorn verwekt. Daarom zal Hij zijn
vergoten bloed op hem laten neerkomen, zijn Adonai zal hem zijn smaad vergelden.
* ~ Hosea hoofdstuk 13 ~ *
1 Telkens wanneer Efraïm sprak, was er schrik, hij verhief zich in Israël; hij
maakte zich echter schuldig aan de Baäl, en hij stierf.
2 En nu zijn zij doorgegaan met zondigen: zij hebben zich een gegoten beeld
gemaakt van hun zilver, en afgodsbeelden naar hun inzicht, allemaal werk van
vaklieden. Zij zeggen van hen: Mensen die offeren, kussen kalveren.
3 Daarom zullen zij worden als een morgenwolk, ja, als een vroeg opkomende dauw
die verdwijnt, als kaf dat van een dorsvloer wegstuift, en als rook uit een
venster.
4 Maar Ik ben YAHUVEH, uw ELOHIM, sinds het land Egypte. Een ELOHIM behalve Mij
mag u daarom niet erkennen, en buiten Mij is er geen Heiland.
5 Ík heb u gekend in de woestijn, in een land van droogte.
6 Net als hun weiden raakten zij verzadigd. Toen zij verzadigd waren, verhief
hun hart zich. Daarom hebben zij Mij vergeten.
7 Daarom werd Ik voor hen als een felle leeuw, als een luipaard loerde Ik op de
weg.
8 Ik trof hen aan als een berin die van jongen beroofd is, scheurde hun borstkas
open, verslond hen daar als een leeuwin. De dieren van het veld zullen hen
verscheuren.
9 Het is uw verderf, Israël, dat u zich keert tegen Mij, tegen uw hulp!
10 Waar blijft uw koning nu? Hij zou u toch verlossen in al uw steden? En uw
richters, tegen wie u gezegd had: Geef mij een koning en vorsten?
11 In Mijn toorn gaf Ik u een koning, Ik nam hem weg in Mijn verbolgenheid.
12 De ongerechtigheid van Efraïm is gebundeld, zijn zonde is opgeborgen.
13 Barensweeën zullen hem overkomen; hij is een kind zonder verstand: als het
zijn tijd is, vertoont hij zich niet, wanneer de schoot zich voor kinderen
ontsluit.
14 Ik zal hen verlossen uit de macht van het graf. Ik zal hen vrijkopen uit de
dood. Dood, waar zijn uw pestziekten? Graf, waar is uw verderf? Berouw verbergt
zich voor Mijn ogen!
15 Ook al draagt hijzelf tussen broeders vrucht, de oostenwind zal komen, de
adem van YAHUVEH, die opsteekt uit de woestijn. Zijn bron zal uitdrogen en zijn
wel droogvallen. Die zal de schat plunderen van al zijn kostbare voorwerpen.
* ~ Hosea hoofdstuk 14 ~ *
1 Samaria zal schuldig staan,omdat het ongehoorzaam geweest is aan zijn ELOHIM.
Door het zwaard zullen zij vallen, hun kleine kinderen zullen verpletterd worden
en hun zwangere vrouwen opengereten.
2 Bekeer u, Israël, tot YAHUVEH, uw ELOHIM, want u bent gestruikeld door uw
ongerechtigheid.
3 Neem deze woorden met u mee, bekeer u tot YAHUVEH. Zeg tegen Hem: Neem alle
ongerechtigheid weg, neem het goede aan. Dan zullen wij de jonge stieren van
onze lippen nakomen.
4 Assyrië zal ons niet verlossen, op paarden zullen wij niet rijden. Wij zullen
nooit meer zeggen: U bent onze god tegen het werk van onze handen. Bij U immers
vindt een wees ontferming.
5 Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want Mijn
toorn heeft zich van hem afgewend.
6 Ik zal voor Israël zijn als de dauw. Hij zal in bloei staan als de lelie,
wortel schieten als de Libanon.
7 Zijn jonge loten zullen uitlopen, zodat zijn pracht zal zijn als die van de
olijfboom, en hij zal een geur hebben als de Libanon.
8 Zij zullen opnieuw in zijn schaduw zitten, koren doen leven en in bloei staan
als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
9 Efraïm, wat heb Ik nog met de afgoden te maken? Ík heb hem verhoord en zal
naar hem omzien. Ik zal zijn als een altijd groene cipres. Door Mij is bij u
vrucht te vinden.
10 Wie is zo wijs, dat hij deze dingen begrijpt, en zo verstandig dat hij ze
kent? De wegen van YAHUVEH zijn immers recht. De rechtvaardigen zullen daarop
wandelen, maar de overtreders zullen erop struikelen.
Johannes hoofdstuk 1
42 Deze vond als eerste zijn eigen broer Simon en zei tegen hem: Wij hebben de
Messias gevonden.
43 En hij leidde hem tot YAHUSHUA. YAHUSHUA keek hem aan en zei: U bent Simon,
de zoon van Jona; u zult Kefas genoemd worden, wat vertaald wordt met Petrus.
44 De volgende dag wilde YAHUSHUA weggaan naar Galilea en Hij vond Filippus en
zei tegen hem: Volg Mij.
45 Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus.
46 Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie
Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk YAHUSHUA, de zoon
van Jozef, uit Nazareth.
47 En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei
tegen hem: Kom en zie.
48 YAHUSHUA zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk
een Israëliet in wie geen bedrog is.
49 Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? YAHUSHUA antwoordde en zei tegen
hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u.
50 Nathanaël antwoordde en zei tegen Het Griekse manuscript heeft dan de woorden
"die wordt geïnterpreteerd als de Christus". Dit laat duidelijk zien dat het
Aramees als eerste is geschreven en dat het Grieks daarvan is vertaald. In het
Hebreeuws betekent Bethsaida Huis van de vissers. Hem: Rabbi, U bent de Zoon van
YAHUVEH, U bent de Koning van Israël.
51 YAHUSHUA antwoordde en zei tegen hem: Omdat Ik tegen u gezegd heb: Ik zag u
onder de vijgenboom, gelooft u. U zult grotere dingen zien dan deze.
52 En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de
hemel geopend zien en de engelen van ELOHIM opklimmen en neerdalen op de Zoon
des mensen. (Gen. 28:12)