Shabbat Shalom!
Welkom bij Behar / Op de Berg
- de Profetische lezing van deze week.
Profetie 96, 103, 76;
Leviticus 26: 3-27: 34;
Jeremia 16: 19-17: 14;
Mattheüs 16:
Torah Lezing
Jeremia 16: 19-17: 14;
16
19 YAHUVEH, mijn kracht en mijn burcht, mijn toevlucht op de dag van de
benauwdheid, tot U zullen de heidenvolken komen van de einden der aarde, en
zeggen: Onze vaderen hebben enkel leugen in erfelijk bezit gekregen, en nietige
dingen, niets ervan is van nut.
20 Zou een mens zich gods maken? Dat zijn toch geen ELOHIM!
21 Daarom, zie, Ik doe hen erkennen, deze keer doe Ik hen Mijn hand en Mijn
macht erkennen. Dan zullen zij weten dat Mijn naam YAHUVEH is.
17
1 De zonde van Juda is opgeschreven met een stift van ijzer, met een punt van
diamant ingegrift op de schrijftafel van hun hart en op de hoorns van uw altaren.
2 Zoals zij aan hun kinderen denken, denken zij aan hun altaren en hun gewijde
palen, bij bladerrijke bomen, op de hoge heuvels.
3 Mijn berg in het veld, uw vermogen, al uw schatten, zal Ik als buit geven – uw
hoogten vanwege de zonde in heel uw gebied.
4 Dan zult u – en dat om uzelf – uw erfelijk bezit, dat Ik u gegeven heb, met
rust moeten laten, want Ik zal u uw vijanden doen dienen in een land dat u niet
kent. U hebt immers in Mijn toorn een vuur aangestoken, dat tot in eeuwigheid
zal branden.
5 Zo zegt YAHUVEH: Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een
schepsel tot zijn arm stelt, terwijl zijn hart van YAHUVEH afwijkt.
6 Hij zal zijn als een kale struik in de vlakte, die het niet ziet wanneer het
goede komt: hij verblijft op de droogste plekken in de woestijn, in zilt en
onbewoond land.
7 Gezegend is de man die op YAHUVEH vertrouwt, wiens vertrouwen YAHUVEH is.
8 Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat
uitlopen bij een waterloop. Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad
blijft groen. Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht
te dragen.
9 Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het
kennen?
10 Ik, YAHUVEH, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven
overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden.
11 Wie rijkdom verwerft, maar niet op rechtmatige wijze, is als een patrijs die
eieren uitbroedt, maar ze niet heeft gelegd. Op de helft van zijn dagen moet hij
die achterlaten, in zijn einde blijkt hij een dwaas te zijn.
12 Een eretroon, een hoge plaats vanaf het begin, is de plaats van ons heiligdom.
13 YAHUVEH, Hoop van Israël, allen die U verlaten, zullen beschaamd worden. Wie
zich van mij afkeren, zullen in de aarde worden geschreven, want zij hebben de
bron van het levende water, YAHUVEH, verlaten.
14 Genees mij, YAHUVEH, en ik zal genezen worden, verlos mij, en ik zal verlost
worden, want U bent mijn lofzang.
Mattheüs 16: 20-28
20Toen verbood Hij Zijn discipelen dat zij tegen iemand zouden zeggen dat Hij,
YAHUSHUA, de Messias, was.
21Van toen aan begon YAHUSHUA Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar
Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de
overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de
derde dag zou worden opgewekt.
22En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig,
Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren!
23Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent
een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van YAHUVEH, maar die
van de mensen.
24Toen zei YAHUSHUA tegen Zijn discipelen: Als iemand achter Mij aan wil komen,
moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.
25Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn
leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden.
26Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel
schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?
27Want de Zoon des YAHUVEH zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn
engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
28Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet
zullen proeven voordat zij de Zoon des YAHUVEH hebben zien komen in Zijn
Koninkrijk.