Shabbat Shalom!
Welkom bij Re'eh - Zie / Aanschouw
- de Profetische lezing van deze week.
Profetie 81, 88, 147;
Deuteronomium 11:26-16:17;
Jesaja 54:11-55:5;
Johannes 6:35-51;
Jesaja 54:11-55:5;
54
11 U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw
stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren,
12 uw torens maken van kristal, uw poorten van robijn, heel uw omwalling van
edelsteen.
13 Al uw kinderen zullen door YAHUVEH onderwezen zijn, en de vrede van uw
kinderen zal groot zijn.
14 U zult door gerechtigheid bevestigd worden. Houd u ver van onderdrukking,
want u zult niet bevreesd zijn, en ver van verschrikking, want zij zal niet tot
u naderen.
15 Zie, zij zullen zeker samenscholen – niet door Mijn toedoen – wie tegen u ten
strijde trekt, die zal om u ten val komen.
16 Zie, Ík heb de smid geschapen, die het kolenvuur aanblaast en wapentuig
vervaardigt, geschikt voor zijn doel; en Ík heb de verwoester geschapen om te
gronde te richten.
17 Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke
tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het
erfelijk bezit van de dienaren van YAHUVEH,
en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt YAHUVEH.
*~Jesaja hoofdstuk 55 ~*
1 O, alle dorstigen, kom tot de wateren, en u die geen geld hebt, kom, koop en
eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs, wijn en melk.
2 Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is, en uw arbeid voor wat niet
verzadigen kan Luister aandachtig naar Mij, eet het goede, en laat uw ziel
vreugde scheppen in de overvloed.
3 Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u
een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare gunstbewijzen aan David.
4 Zie, Ik heb Hem gegeven als Getuige voor de volken, als Vorst en Gebieder voor
de volken.
5 Zie, U zult een volk roepen U kende dat volk niet, en het volk dat volk kende
U niet, zal naar U toe snellen, omwille van YAHUVEH, Uw ELOHIM, voor de Heilige
van Israël, want Hij heeft U verheerlijkt.
Johannes 6:35-51;
35 En YAHUSHUA zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal
beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.
36 Maar Ik heb u gezegd dat u Mij wel gezien hebt, en toch gelooft u niet.
37 Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik
beslist niet uitwerpen.
38 Want Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar
de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.
39 En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat
Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de
laatste dag.
40 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet
en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste
dag.
41 De Joden dan morden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het brood dat uit
de hemel neergedaald is.
42 En zij zeiden: Is Hij niet YAHUSHUA, de zoon van Jozef, van wie wij de vader
en moeder kennen? Hoe kan Hij dan zeggen: Ik ben uit de hemel neergedaald?
43 YAHUSHUA antwoordde dan en zei tegen hen: Mor niet onder elkaar.
44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt;
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door ELOHIM onderwezen
zijn. Ieder dan die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij.
46 Niet dat iemand de Vader gezien heeft, behalve Hij Die van ELOHIM is; Híj
heeft de Vader gezien.
47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.
48 Ik ben het Brood des levens.
49 Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven.
50 Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en
niet sterft.
51 Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit
brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn
vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld.